Borstzelfonderzoek
Gepubliceerd op: 24 maart 2022Het vroegtijdig behandelen van kanker vergroot de kans op genezing. Dit geldt ook voor borstkanker. Vroege opsporing is dus van groot belang.
Naast meedoen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker (voor vrouwen tussen 50 en 75 jaar) is het voor vrouwen in alle leeftijdsgroepen raadzaam om regelmatig borstzelfonderzoek te doen of in ieder geval hun borsten goed te kennen, zodat eventuele veranderingen eerder opgemerkt worden.
Leer uw borsten kennen
Uw borsten blijven veranderen gedurende uw hele leven. Op jonge leeftijd zien uw borsten er anders uit en voelen ze anders aan dan op latere leeftijd. In iedere levensfase hebben borsten hun specifieke eigenschappen. Door van tijd tot tijd borstzelfonderzoek te doen, en daar op jonge leeftijd al mee te beginnen, leert u uw borsten goed kennen. U raakt dan vertrouwd met uw borsten, waardoor u veranderingen sneller en beter opmerkt.
Voorheen werd vrouwen geadviseerd om op vaste tijden hun borsten systematisch te onderzoeken. Inmiddels is gebleken dat dit geen betere resultaten oplevert dan 'weten hoe je borsten er uitzien en aanvoelen' (de zogeheten 'self awareness'). Bijvoorbeeld door dit te ervaren tijdens het douchen en het daarna afdrogen. Beide methoden (systematisch onderzoek of self awareness) zijn dus even goed. Kiest u voor systematisch onderzoek, dan kunt u het beste te werk gaan zoals hieronder beschreven.
Het is goed om te beseffen dat borstzelfonderzoek kan bijdragen aan vroege opsporing, maar dat het geen garantie geeft dat een eventuele tumor altijd tijdig wordt opgemerkt, zoals dat ook het geval is bij het bevolkingsonderzoek.
Wanneer borstzelfonderzoek
Het beste moment voor borstzelfonderzoek is één week na de menstruatie. Doorgaans zijn borsten op dat moment minder gezwollen dan voor de menstruatie.
Weet wat normaal is
Om verdachte veranderingen in uw borsten te kunnen herkennen, moet u weten wat normaal is aan uw borsten. Zo is bij veel vrouwen de ene borst iets groter dan de andere. Bij een aantal vrouwen zijn van jongs af aan al één of beide tepels ingetrokken.
Bij het bevoelen van uw borsten kan het onder de huid ietwat hobbelig aanvoelen. Dit is normaal. Het wordt veroorzaakt door het klierweefsel in de borst. Merkt u een verandering aan uw borst die lang aanhoudt, maak dan een afspraak met uw huisarts.
Waarop letten bij borstzelfonderzoek
Bij borstzelfonderzoek moet u op de volgende afwijkingen letten:
- een ongewoon knobbeltje;
- deukjes of kuiltjes in de huid;
- veranderingen van de tepel, eventueel gepaard gaand met roodheid, schilfertjes of eczeem;
- een ingetrokken tepel;
- een verdikt strengetje naar de tepel;
- vocht uit de tepel (bruin of bloederig);
- warm aanvoelen van de borst en rood gekleurd zijn;
- afwijkende huid, als een soort sinaasappelhuid;
- pijn in de borst op een plek waar ook het klierweefsel anders aanvoelt;
- een huidzweertje dat niet goed geneest.
Werkwijze bij borstzelfonderzoek
Ga bij borstzelfonderzoek door de volgende vijf stappen:
1. Visuele controle
Sta of zit voor een spiegel. Laat uw armen ontspannen langs uw lichaam hangen. Bekijk uw borsten nauwkeurig. Zijn er veranderingen te zien? Bijvoorbeeld in grootte of vorm, aan de huid, aan de tepel? Leg daarna uw handen achter uw hoofd en controleer opnieuw of u één van de genoemde veranderingen ziet.
2. Controle van de tepel
Uw tepels moet u zowel liggend als staand controleren. Onderzoek uw tepels en ook het gebied er omheen. Als u de tepel voorzichtig een beetje naar voren trekt, moet deze soepel meegeven (dus niet blijven vastzitten aan de onderlaag). Geeft de tepel niet soepel mee (en die van de andere borst wel), dan kan dit op een afwijking duiden.
3. Circulaire bewegingen
Leg uw rechterarm achter uw hoofd en leg uw linkerhand op uw rechterborst. Uw borstpier moet ontspannen zijn. Deel in gedachten uw rechterborst in vieren. Onderzoek achtereenvolgens de vier gedeelten van uw borst, met de klok mee. U begint rechtsboven, dan rechtsonder, daarna linksonder en ten slotte linksboven.
Maak met vier gesloten en gestrekte vingers van uw linkerhand kleine ronddraaiende bewegingen. Dit doet u van de rand van uw borst naar de tepel toe. Beweeg rustig met wat lichte druk. Controleer ook de tepel en het gebied eromheen.
4. Van boven naar beneden
Leg uw rechterarm achter uw hoofd en leg uw linkerhand op uw rechterborst. Let erop dat de borstpier ontspannen is. Onderzoek uw borst met bewegingen van boven naar beneden.
Maak met de 4 gesloten en gestrekte vingers van uw linkerhand kleine ronddraaiende bewegingen van de rand van de onderrand borst naar de bovenrand van uw borst. Deze bewegingen herhaalt uw 3 keer waarbij u verschillende punten van druk uitoefent: licht, gemiddeld en zwaar.
5. Wigvormige bewegingen
Leg uw rechterarm achter uw hoofd en leg uw linkerhand op uw rechterborst. Let erop dat de borstspier ontspannen is. Onderzoek uw borst met bewegingen vanaf de tepel naar buiten.
Maak met de 4 gesloten en gestrekte vingers van uw linkerhand kleine ronddraaiende bewegingen van de rand van uw tepel naar de buitenranden van uw borst. Deze wigvormige bewegingen herhaalt u 3 keer waarbij u verschillende punten van druk uitoefent: licht, gemiddeld en zwaar.
Herhaal vervolgens de drie stappen 'circulaire bewegingen', 'van boven naar beneden' en 'wigvormige bewegingen' voor uw linkerborst.
Laatst bijgewerkt op: 23 april 2024