Overslaan en naar de inhoud gaan

Nazorg door mammacareverpleegkundige

Gepubliceerd op: 28 maart 2022

Ongeveer vier weken na de operatie belt de mammacareverpleegkundige u. Tijdens dit telefoongesprek zal ze u vragen hoe het met u gaat, of er nog vragen of onduidelijkheden zijn over uw behandeling en of er nog andere zaken zijn die u bezighouden. Drie maanden na de operatie heeft u nog een nazorggesprek bij haar op de polikliniek. In dit gesprek kunt u alles bespreken wat u wilt en al uw vragen stellen. Bijvoorbeeld over onderwerpen zoals borstprotheses, beweeglijkheid van uw arm, de aanvullende behandelingen en hoe u zich voelt.

Verdere begeleiding

De mammacareverpleegkundige bespreekt met u ook de psychische gevolgen van borstkanker. Zij vraagt of u behoefte heeft aan een tweede nazorggesprek en of er aanvullende begeleiding gewenst is. Als u behoefte heeft aan psychosociale begeleiding, dan kan de mammacareverpleegkundige u in contact brengen met een psycholoog of een maatschappelijk werker.

Borstkankervereniging Nederland kan u hierbij ook helpen. Via deze vereniging komt u eenvoudig in contact met lotgenoten.

U ontvangt van de mammacareverpleegkundige ook de folder 'Omgaan met kanker'. Daarin staan de hulpverleners vermeld die u kunnen ondersteunen.

Tijdig signaleren van distress

De ziekte kanker en de behandeling geven bij veel patiënten lichamelijke klachten, zoals vermoeidheid en verlies van kracht en conditie. Er kunnen klachten ontstaan op psychosociaal gebied. Denk daarbij aan onzekerheid, angst en somberheid. Ook kunnen er klachten zijn op seksueel gebied en met betrekking tot intimiteit. De verzamelnaam voor deze klachten is 'distress'.
Patiënten met distress hebben ondersteuning nodig bij het omgaan met deze klachten. Het is daarom belangrijk dat de behandelend arts en/of de mammacareverpleegkundige het ontstaan van distress tijdig signaleren. Is er sprake van distress, dan kan de arts of de verpleegkundige de patiënt hierin ondersteunen of de patiënt verwijzen naar gespecialiseerde hulpverleners.

PROM's digitale vragenlijst in Mijn Slingeland

PROMs (Patient Reported Outcome Measures) vormen een ideaal middel om de effectiviteit van een behandeling te meten met een  vragenlijst. De ervaring van de patiënt staat hierin centraal. In tegenstelling tot klinische informatie bieden PROMs een uniek inzicht in het effect van een behandeling vanuit het perspectief van de patiënt.
De gebruikte PROMs vragenlijsten bevatten vragen over bijvoorbeeld het algemeen dagelijks functioneren, pijn, mobiliteit, (psychische) gezondheid en kwaliteit van leven. Door deze (gevalideerde) vragenlijsten op vaste momenten aan te bieden wordt inzicht verkregen op de impact van de behandeling voor de individuele patient in het verloop van de tijd.
U vindt de vragenlijst in Mijn Slingeland
Voor patienten die geen DigiD hebben en/of geen gebruik maken van de mogelijkheid om in te loggen in Mijn Slingeland, wordt de lastmeter gebruikt.

De Lastmeter

Voor het vaststellen van distress bij patiënten met kanker kan de Lastmeter worden gebruikt. Deze Lastmeter bespreekt de mammacareverpleegkundige met de patiënt tijdens het telefoongesprek en ook tijdens het nazorggesprek. Deze heeft u uitgereikt gekregen van de mammacareverpleegkundige tijdens de afspraak voor de wondcontrole. 
Op de Lastmeter geeft u aan hoe het met u gaat en welke problemen u eventueel ervaart op lichamelijk, emotioneel, sociaal, seksueel, praktisch en spiritueel gebied.
De verpleegkundige bespreekt uw antwoorden met u en verwijst u zo nodig (als u dat wilt) naar een andere, gespecialiseerde zorgverlener.

Advies en ondersteuning

In het Slingeland Ziekenhuis kunt u advies en ondersteuning krijgen van onder meer de volgende zorgverleners en paramedici:

Ook deelname aan een revalidatieprogramma (zoals bijvoorbeeld Medinello, zie revalidatie) of contact met een lotgenoot kan helpen.

 

Laatst bijgewerkt op: 28 maart 2022

Anatomie

Anatomie

Borst en Lymfestelsel

Janny in gesprek met Ulrike, klinisch psycholoog en Nadia, medisch maatschappelijk werker.
Ondersteuning bij het omgaan met kanker