Markering borstafwijking met jodiumzaadje

Als de afwijking in de borst niet duidelijk voelbaar is, en de afwijking uit de borst verwijderd moet worden voor weefselonderzoek (borstsparende operatie), volgt een lokalisatieprocedure op de röntgenafdeling. Dit onderzoek vindt poliklinisch voorafgaand aan de operatie plaats of voordat u start met medicijnen. Bij dit onderzoek wordt, met behulp van röntgen- of echoapparatuur, door de radioloog een radioactief jodiumzaadje in de borst ingebracht.

De chirurg kan tijdens de operatie het jodiumzaadje opzoeken met behulp van een detector. Zodat op de juiste plek weefsel uit de borst kan worden verwijderd. Het jodiumzaadje is van metaal en 4 mm groot. Het geeft een lage dosis straling af, die niet schadelijk is voor de gezondheid van u en uw omgeving. Het zaadje blijft in uw borst zitten tot de operatie, daar wordt het samen met de afwijking uit uw borst verwijderd.

Lymfeklier markeren

Als u een uitzaaiing in de lymfeklier van de oksel heeft en u krijgt eerst een behandeling met medicijnen (zoals chemotherapie), dan wordt de lymfeklier soms ook gemarkeerd door het inbrengen van een jodiumzaadje. De betreffende klier kan dan tijdens een operatie die later volgt ook worden verwijderd.

Voorbereiding

Wij adviseren u om op de dag van het onderzoek een stevige beha of sportbeha te dragen. Wij vragen u om op de dag van het onderzoek uw borsten niet in te smeren (bodylotion, zalf, crème of poeder). Dit kan een verstoring geven van het röntgenbeeld.

Het onderzoek

Het jodiumzaadje kan op twee manieren worden ingebracht. De radioloog bepaalt welke procedure voor u optimaal is.
Als het jodiumzaadje dient om een lymfeklier te markeren, wordt het altijd ingebracht met behulp van een echotoestel.

Met behulp van het echotoestel

Met het echotoestel zoekt de radioloog de plek waar de punctie moet plaatsvinden op. Het radioactieve jodiumzaadje bevindt zich in een naald. Nadat de huid is gedesinfecteerd en uw borst is verdoofd wordt de naald in de borst of in de betreffende lymfeklier ingebracht. De naald wordt voorzichtig teruggetrokken en het jodiumzaadje blijft achter. Daarna worden op de mammografiekamer controle-opnamen gemaakt om te kijken of het jodiumzaadje op de juiste plaats zit.

Met behulp van röntgenstralen

Tijdens het onderzoek ligt u op uw buik op een onderzoektafel met uw borst door een gat in de tafel. Uw borst wordt tussen twee platen geplaatst en samengedrukt. De borst kan zo niet meer verschuiven. Het is wenselijk om zo stil mogelijk te blijven liggen. Eerst worden er een aantal röntgenfoto’s gemaakt. Een speciaal meetapparaat berekent de plek en de diepte waar het jodiumzaadje moet worden ingebracht. De laborant desinfecteert uw borst met alcohol. Uw borst wordt verdoofd waarna de radioloog met een speciale naald het jodiumzaadje in uw borst inbrengt. Daarna trekt de radioloog de naald voorzichtig terug, waarbij het jodiumzaadje in uw borst achterblijft. Vervolgens worden er nog enkele röntgenfoto’s gemaakt om te kijken of het jodiumzaadje op de juiste plek zit.