Stadium TNM-indeling

Voordat een behandelplan wordt gemaakt, moet duidelijk zijn in welk stadium de borstkanker zich bevindt. Het exacte stadium van de borstkanker wordt pas duidelijk na een operatie. De patholoog onderzoekt het weefsel. Hij zet alle gegevens over de tumor in het pathologisch rapport.

TNM-indeling

In Europa worden tumoren volgens het TNM systeem ingedeeld. Deze TNM-classificatie geeft met behulp van cijfers aan hoe ver de ziekte zich heeft ontwikkeld. De indelingen bestaan per soort kanker. In het algemeen geldt: hoe hoger het cijfer, hoe ernstiger de situatie is.

• T staat voor tumorstadium, dus de grootte ervan en de mate van doorgroei in omringend weefsel;
  Deze waarde ligt tussen de 1 en de 4.
• N staat voor ‘nodes’ (Engels voor klieren) en betreft de aanwezigheid van uitzaaiingen in de lymfeklieren.
  Deze waarde ligt tussen 0 en 3.
• M staat voor metastasen, dus uitzaaiingen via de bloedbaan in andere organen, botten etc.
  Deze waarde ligt tussen 0 en 1.
  
  

Tumor: T

• TX: De tumor wordt niet gevoeld en is niet zichtbaar.
• TIS: De tumor is niet-invasief, niet doorgegroeid in ander weefsel: carcinoma in situ (DCIS of LCIS). ‘In situ’ betekent dat de kanker beperkt is tot de weefsellaag waarin deze is ontstaan;

• Stadium T1: De tumor is (microscopisch) klein, de tumor heeft een diameter van minder dan 2 centimeter.
  • T1mic: diameter 0,1 cm of kleiner.
  • T1a: diameter tussen 0,1 en 0,5 centimeter.
  • T1b: diameter groter dan 0,5 en kleiner of gelijk aan 1 centimeter.
  • T1c: diameter groter dan 1 en kleiner of gelijk aan 2 centimeter.
• Stadium T2: De tumor heeft een diameter tussen de 2 en 5 centimeter.
• Stadium T3: De diameter van de tumor is groter dan 5 centimeter.
• Stadium T4: De tumor, van welke grootte dan ook, is in de borstwand, spieren en/of ribben of in de huid gegroeid.
  • T4a: uitbreiding in de borstwand.
  • T4b: uitbreiding in de huid van de borst.
  • T4c: 4a en 4b.
  • T4d: inflammatoir carcinoom. Dit is een zeer agressieve maar zeldzame vorm van borstkanker.
    
    

Nodes (lymfklieren): N

• Nx: geen informatie over uitzaaiingen in de klieren, niet te beoordelen.
• N0: geen uitzaaiingen in de lymfeklier, niet aangetast
• N0(i+): geïsoleerde tumorcellen ( kleiner dan 0,2 mm)
• N1: uitzaaiingen naar lymfeklier gelegen aan dezelfde kant als de borstkanker
  • N1 (mi) micrometastasen tussen de 0,2 en 2 mm.
  • N1 metastasen groter dan 2 mm in 1 tot 3 klieren
• N2: : uitzaaiingen in 4 tot 9 lymfeklieren/knopen aan dezelfde kant als de borstkanker waarbij de lymfeknopen aan elkaar of aan andere weefselstructuren vastzitten.
  
  
• N3: uitzaaiingen in meer dan 9 klieren.
  • N3a Uitzaaiing in lymfeklier(en) onder sleutelbeen
  • N3b Uitzaaiing naast borstbeen en in okselklier(en)
  • N3c Uitzaaiing in halsklier(en)
    
    

Metastasen (uitzaaiingen): M

• Mx: geen informatie over uitzaaiingen op andere plekken in het lichaam (op afstand van de borst)
• M0: Er zijn geen uitzaaiingen aangetroffen.
• M1: Er zijn uitzaaiingen:
  • M1a uitzaaiingen in andere lymfeklieren dan de okselklieren/hals/borstbeen ed.
  • M1b uitzaaiingen in de botten.
  • M1c uitzaaiingen op andere plaatsen in het lichaam.